Publicatie:
‘In het krachtenspel van mens en Waal.
Een biografie van het Lentse land.
Heunks & van Hemmen, 2016.
Uit de flaptekst:
‘Gelijk een biografie wordt in stappen door de tijd, beginnend in de ijstijden, de lezer meegevoerd door een voortdurend aan veranderingen onderhevig landschap. Natuurlijke krachten domineerden tot in de middeleeuwen deze veranderingen en bepaalden in hoge mate de bestaansmogelijkheden van de mens. Die waren er in het vruchtbare Lentse rivierenlandschap volop, getuige de vele archeologische vondsten die tot diep in de prehistorie teruggaan. De verspreiding daarvan blijkt nauw gerelateerd aan het complexe patroon van voormalige holocene rivierlopen en oudere pleistocene afzettingen, en aan de tijdsdiepte die deze vertegenwoordigen. Het verklaart onder andere waarom de oudste vondsten in het plangebied pas uit de late bronstijd dateren en geeft een spectaculair antwoord op de vraag waarom de vroeg-middeleeuwse dorpskern van Lent zich juist hier kon ontwikkelen. Deze ontstond op de oostoever van een voormalige Waalgeul die hier tot in Romeinse tijd actief was, en waarvan de restgeul tot in recente tijden in hoge mate bepalend blijkt te zijn geweest voor de ruimtelijke ontwikkeling in en rond Lent. Vanaf de middeleeuwen kreeg de mens steeds meer invloed op de ruimtelijke ontwikkelingen waarbij steeds meer land in cultuur werd gebracht en de Waal geleidelijk aan in een keurslijf van dijken, kaden en kribben werd gedwongen. Mede aan de hand van de archeologische vondsten uit het plangebied wordt de stapsgewijze cultivering van het middeleeuwse Lentse land in detail uiteengezet en in een historisch perspectief geplaatst. Het verhaal van het Lentse land leert ons dat niets zo dynamisch veranderlijk is als een rivierenlandschap en de instelling van de bewoners hiervan. Het gaat daardoor over een krachtenspel, eerst beheerst door de Waal, later door de mens. Een spel dat nooit uitgespeeld zal raken, maar dat met de aanleg van de Spiegelwaal voorlopig in het voordeel van de mens is beslecht.’