Dit voorjaar heb ik samen met Archol een uitdagende paleogeografische verkenning uitgevoerd op de zandwinlocatie Geertjesgolf (nabij Winssen, Land van Maas en Waal). Tijdens verschillende archeologische onderzoeksfasen hieraan voorafgaand werd duidelijk dat dit plangebied rijk is aan archeologische vindplaatsen. Tegelijkertijd moest worden geconstateerd dat ondanks de verkregen informatie, onduidelijk bleef bestaan over de omvang en verbreiding van deze vindplaatsen over het plangebied. Het is dan ook een complex stukje rivierenlandschap waarvan de genese weliswaar op hoofdlijnen, maar niet in detail is gekend. Er was derhalve geen goed verwachtingsmodel beschikbaar waarmee met voldoende zekerheid de verbreiding van vindplaatsen (zowel in het vlak als in de diepte) kon worden voorspeld. Deels had dit ook te maken met de volgorde waarin het archeologische onderzoek tot heden was opgezet, samenhangend met de logistiek en planning van de ontgravingen.
Door middel van enkele strategische boorraaien met diepe geologische boringen is het hele gebied onderzocht. Samen met de reeds verzamelde gegevens uit de eerdere onderzoeksfasen heeft dit geresulteerd in een paleogeografische landschapsreconstructie. Aan de hand hiervan kunnen we nu in stappen door de tijd de ontwikkeling van het landschap vanaf het Laat-Glaciaal volgen en per archeologische periode de zones aanwijzen die aantrekkelijk kunnen zijn geweest voor bewoning en andere activiteiten. De reeds bekende vindplaatsen blijken hier optimaal in te passen.
Relevante kenniswinst waarmee thans voor dit plangebied gefundeerd vorm en inhoud kan worden gegeven aan het archeologisch onderzoeksproces. Los daarvan is het een voorbeeld van een project waarin fundamentele kenniswinst is verkregen over de paleogeografische ontwikkelingen van dit stukje van de Rijn-Maas delta.
Laat-glaciaal terrassenlandschap met de crevassen uit het neolithicum en de vroege bronstijd